Bijzondere plek voor schrijvers – De bibliothecaris vertelt

Het Ambassade Hotel wordt ook wel het schrijvershotel van Amsterdam genoemd. Alle grote Nederlandse uitgeverijen brengen hier hun schrijvers onder. Dit tot grote dankbaarheid van het hotel, dat door al deze bijzondere gasten een prachtige boekencollectie kon opbouwen. Deze omvat inmiddels meer dan 5000 (!) gesigneerde boeken en is een fraaie dwarsdoorsnede van de gehele contemporaine literatuur.

Alle boeken hebben een plek gekregen in de in 2015 gerealiseerde Library Bar en Library Lounge. Eelco Douma, die al 25 jaar werkzaam is bij het Ambassade Hotel en ook de bibliotheek onder zijn hoede heeft, is trots op de collectie en realiseert zich terdege dat die er niet zou zijn geweest zonder de uitgeverijen.

‘Het is bijzonder hoe dit zo is gegroeid. De uitgeverijen, van oudsher gehuisvest aan de Herengracht, brachten én brengen hun schrijvers bij ons onder. Het hotel ontvangt altijd een gesigneerd exemplaar van hun laatstverschenen publicatie. Doordat de schrijvers geregeld bij ons terugkomen, hebben we van sommige het hele oeuvre. Denk bijvoorbeeld aan fictie-schrijvers als Arnon Grunberg en György Konrád of auteurs van non-fictie zoals Ian Buruma en Philipp Blom. We hebben werk van auteurs uit 76 landen, waarbij onze zuiderburen ons na aan het hart liggen. Tom Lanoye en Dimitri Verhulst zijn bijvoorbeeld regelmatig te gast. De laatste wijdde zelfs twee pagina’s van het Boekenweekgeschenk 2015 aan ons!’

De gastenboeken

In de Library Bar bevinden zich ook twintig gastenboeken met waardevolle bijdragen en bijzondere bespiegelingen van beroemde gasten. ‘Hierin staan internationaal gerenommeerde schrijvers, onder wie vrijwel alle winnaars van de Nobelprijs voor de Literatuur van de afgelopen 30 jaar, maar ook politici, filosofen en een heuse ballonvaarder. Van bijvoorbeeld Isabel Allende, Salman Rushdie, David Sedaris, Connie Palmen, Eckhart Tolle, Mario Vargas Llosa, Umberto Eco en Jonathan Safran Foer zijn verschillende notities in de gastenboeken terug te vinden.’

‘Schrijver en oud-hoofdredacteur van Vrij Nederland Rinus Ferdinandusse kwam weleens in het hotel om een gast te interviewen en zei op een dag: “Weten jullie wel wie daar in een hoek van de lobby zit?” Het bleek John le Carré te zijn, die wij niet hadden herkend omdat hij onder zijn eigen naam – David Cornwell – had gereserveerd. Daarna is Le Carré vaker bij ons geweest. Ik heb nog een handgeschreven brief waarin hij mij bedankt voor het kerstgeschenk dat wij hem ieder jaar sturen en waarin hij zegt dat hij zulke ‘fond memories’ heeft aan het Ambassade Hotel. Die brief zal ik altijd koesteren.’

‘Net voor mijn tijd, maar indrukwekkend uit de verhalen, was het bezoek van de fameuze Alberto Moravia, éminence grise van de Italiaanse literatuur. Alsof de paus op bezoek kwam, met zoveel belangstelling en egards ging dat gepaard. Dat gaat tegenwoordig wel anders: de huidige Italiaanse topauteur Paolo Giordano is heel relaxed en begroet me als een oude vriend als hij bij ons logeert.’

‘Wat ik een jaar geleden indrukwekkend vond, was het bezoek van Nadja Tolokonnikova van punkband Pussy Riot, naar aanleiding van haar boek ‘How to start a revolution’. Meestal veroorloof ik mijzelf dat soort vrijheden niet, maar toen ik haar in de bibliotheek zag zitten ben ik naar haar toegestapt en heb ik haar gezegd dat ik haar heel moedig vind en dat ze vooral door moet gaan met haar strijd.’

 

Het schrijvershotel:
Gedurende zes maanden wordt er wekelijks een auteur uitgenodigd voor een verblijf in het Amsterdamse Ambassade Hotel en beschrijft daar hoe het schrijverschap in deze tijd voor hem of haar is. Het Parool publiceert de columns wekelijks.