COBRA Kunst
1948-1951
CoBrA (een acroniem voor Kopenhagen, Brussel en Amsterdam) is de belangrijkste Europese avant-garde beweging na de Tweede Wereldoorlog. Ongeveer vijftig experimentele kunstenaars uit heel Europa verbonden zich tussen 1948 en 1951 via een directe en spontane manier van expressie. Ze herkenden zichzelf in experimentele kunst en de onderscheidende theorieën van de Deense, Belgische en Nederlandse oprichters: Kunst voor iedereen, door iedereen.
Ze wilden afstand nemen van academisme en lieten zich inspireren door kindertekeningen, volkskunst en middeleeuwse fresco’s. Kortom, door allerlei soorten kunst buiten het klassieke kader. Samen vormden ze een uitgebreide beweging, met veel volgelingen, manifestaties, expressies en samenwerkingen in alle kunstvormen. CoBrA is en blijft van groot belang voor zowel de Nederlandse als internationale kunstscene.
Geïnspireerd door de uitdrukking begon het management van het Ambassade Hotel eind 2001 met het verzamelen van Cobra-kunst. Op het moment van schrijven bevat de collectie meer dan 800 kunstwerken.
COBRA Archief
Amsterdamse
Impressionisten
ca. 1890-1915
Het Amsterdamse Impressionisme is een laat 19e, begin 20ste eeuwse kunstbeweging. Als onderwerpkeuze richtten de kunstenaars zich met name op het vluchtige leven in de stad, gekarakteriseerd door de opkomende industrialisatie. In Amsterdam ging Isaac Israëls veel om met George Hendrik Breitner. De beide kunstenaars trachtten ‘snelle’ momenten uit het Amsterdamse stadsleven vast te leggen, wat hen de naam ‘Amsterdamse impressionisten’ opleverde. Om een impressie van de snelheid van de opkomende fotografie te grijpen, sneden ze hun beelden evenzo radicaal af. Breitner maakte zelf als voorstudie voor zijn werk ook foto’s.