Alma Mathijsen

Schrijvershotel

Wat is een schrijvershotel zonder schrijvers? Een pen zonder inkt? Gedurende zes maanden wordt er wekelijks een auteur uitgenodigd voor een verblijf in het Ambassade Hotel en beschrijft daar hoe het schrijverschap in deze tijd voor hem of haar is. Het Parool publiceert de columns wekelijks.

Ik was bijna vergeten dat het nog bestond. Ik behoor tot de groep mensen die zichzelf heeft opgesloten. Als je alleen woont gaat dat heel makkelijk. Dan zijn er geen huis­genoten die liefkozend maar toch dwingend vragen of het niet een goed idee is toch wat vaker naar buiten te gaan.

Nee, ik bleef binnen, kocht een Nintendo en bakte lasagnes uitsluitend voor mezelf. Tussen de muren van mijn appartement hoefde ik niet bang te zijn om iemand anders te besmetten, hoefde ik niet voor de twaalfde keer te vragen of een vriend zijn handen wel 20 seconden lang had gewassen, hoefde ik me niet kapot te ergeren aan de man die zijn neus over zijn mondkapje liet hangen. Thuis was kalm en dat was alles wat ik nodig had. Althans dat dacht ik. Op uitnodiging van het Ambassade Hotel mocht ik twee nachten bij hen logeren, en uiteraard kon ik ook nog iemand meenemen. Voor het eerst was er iets om mijn nieuwe geliefde mee naar toe te vragen.

De terrassen waren net geopend en de zon kwam kijken. Overal zag ik mensen happen nemen van hun eten, of ze dronken gulzig uit hun glazen. Als ze dat niet deden, praatten ze uitgelaten. Bij de ingang stond de manager klaar, die me zo warm onthaalde dat ik even dacht dat hij me misschien verwarde met een oliemagnaat of een influencer met 500.000 volgers. Op de kamer stond een fles cava voor ons klaar aan de gedekte tafel die uitkeek over de gracht. Ik dronk uit het glas, net zo gulzig als de mensen die ik eerder op de dag zag. En wilde me bij hen voegen.

Op het terras zat Thomas Heerma van Voss, ook op uitnodiging van het hotel. In anderhalf jaar tijd had ik amper andere schrijvers gezien en ik werd bevangen door een enthousiasme dat ik niet meer van me af wist te schudden. Ik wilde praten, het maakte me niet uit waarover. Niet veel later struinden Jessica Durlacher en Solomonica de Winter over het terras, terug van een massage, ook zij verbleven in het hotel. En ook met hen wilde ik kletsen. Ik pakte wat ik pakken kon. Alle maanden in solitaire maakten dat ik dat nog nooit zo hongerig was geweest naar small talk. Hoe onzinniger hoe beter, diepgaande gesprekken hoefde ik niet eens.

Het had alles weg van een literair festival, maar dan met het elan waar ik al mijn hele leven van gedroomd heb. Geen pallets in de modderpoel als zogenaamde backstage. Hier kregen we marmeren vloeren, gekoelde flessen bubbels en donzige badjassen met slippers. Een betere rentree in het leven, na maanden van binnen zitten, had ik me niet kunnen wensen. Ik wist het niet, maar het was alles wat ik nodig had.


Bekijk hier de column op de website van Het Parool.

Of klik hier om terug te gaan naar de overzichtspagina ‘Schrijvershotel’.

 

Wilt u ook verblijven in het schrijvershotel?
Geniet van een unieke ervaring in het Ambassade Hotel met deze speciale arrangementen of kom de bibliotheek bewonderen na een bezoekje aan ons zonnige terras aan de Herengracht!