Auke Hulst
Wat is een schrijvershotel zonder schrijvers? Een pen zonder inkt? Gedurende zes maanden wordt er wekelijks een auteur uitgenodigd voor een verblijf in het Ambassade Hotel en beschrijft daar hoe het schrijverschap in deze tijd voor hem of haar is. Het Parool publiceert de columns wekelijks.
Vraag Google wie ik ben en de digitale vraagbaak zal melden: schrijver/schrijver-muzikant. Het enige waarvoor ik enige opleiding heb genoten, echter, is fotografie, in de vorm van twee chaotische jaren op de Groningse kunstacademie Minerva. Zo nu en dan komt die Ausbildung weer van pas, bijvoorbeeld wanneer er geen budget is om een fotograaf mee te sturen naar verre bestemmingen. En op de dag van mijn eerste ervaring met het Ambassade Hotel, in 2009.
Goede vriend en toenmalig huisgenoot Stefan Kuiper zou daar voor weekblad De Groene Amsterdammer een beroemdheid moeten interviewen, naar hij zei: Frank Boeijen. Helaas bleek de fotograaf van dienst verhinderd. Of ik alsjeblieft op stel en sprong mijn camera kon afstoffen. Eenmaal gearriveerd bleek het niet om de Nijmeegse zanger te gaan, maar om de Australische schrijver en kunstcriticus Robert Hughes, een beruchte brombeer.
De heer Hughes, omvangrijk van brein en buik, slecht ter been en weinig toeschietelijk, had net ontbeten en was niet van zins veel moeite te doen. Verplaatsen naar een fotogenieke kamer? Hoe ver dachten we eigenlijk dat hij kon lopen? Zet maar een luie stoel voor het hotel, dat is vanuit de foyer nog te belopen.
Hughes ging zitten, wandelstok tussen de benen, bril in de hand, strijdvaardigheid in zijn blik. Vijf minuten, dat moest genoeg zijn. ‘We’re not going to make this into Richard Avedon-session, now are we?’ En na een paar gehaaste shots: ‘Okay, boys, cripple time is over.’ Maar juist door die dwarsigheid liet de man zich als zichzelf vangen. Ik koester die foto, temeer omdat Hughes een paar jaar later is overleden.
Sindsdien ben ik vaak terug geweest om zelf schrijvers te interviewen. Maar te gast was ik nooit. Waarom ook? Ik woon er vlakbij.
Tot corona kwam. Oudjaar 2020, klokslag twaalf, had ik mijn geliefde Revka ten huwelijk gevraagd, maar we wisten direct dat het nog een tijd zou duren voor de wereld genoeg genormaliseerd zou zijn voor het feest dat ons voor ogen staat. We besloten in de tussentijd elke laatste dag van de maand onze verloving te vieren. En zo kon het gebeuren dat we op 31 januari, op het hoogtepunt van de lockdown, een nacht doorbrachten in het Ambassade Hotel, zodat Revka, die de kamer geboekt had, voor even kon voelen ‘hoe het is om aan de gracht te wonen’. Er kon zowaar gedineerd worden – niet in de kamer die we geboekt hadden, maar in een heuse suite, waarnaar we ongevraagd waren geüpgraded. Nu is het hotel niet langer dat hotel van de fotoshoot met Robert Hughes, maar vooral het hotel waar we even konden ontsnappen aan een duistere tijd en iets moois konden vieren.
Bekijk hier de column op de website van Het Parool.
Of klik hier om terug te gaan naar de overzichtspagina ‘Schrijvershotel’.
Wilt u ook verblijven in het schrijvershotel?
Geniet van een unieke ervaring in het Ambassade Hotel met deze speciale arrangementen of kom de bibliotheek bewonderen na een bezoekje aan ons zonnige terras aan de Herengracht!