Susan Smit

Schrijvershotel Ambassade Hotel Susan Smit

Wat is een schrijvershotel zonder schrijvers? Een pen zonder inkt? Gedurende zes maanden wordt er wekelijks een auteur uitgenodigd voor een verblijf in het Ambassade Hotel en beschrijft daar hoe het schrijverschap in deze tijd voor hem of haar is. Het Parool publiceert de columns wekelijks.

Als je al net zo nostalgisch bent aangelegd als ik, kan de herinrichting aan een plek in het straatgezicht of in een gebouw waar je vaak komt als een persoonlijke belediging aanvoelen. De zucht naar vernieuwing voelt als spottende minachting van de ervaringen die jij daar hebt opgedaan, die daar zaten opgeslagen tussen de wollen draden van het tapijt en de kieren van de raamkozijnen. Bij het schuren van het hout, het verwijderen van het meubilair en het stuken van de muren zijn ze vrijgekomen en vervlogen. Gedoemd zijn de weemoedigen, want alles valt uiteen en krijgt opnieuw vorm. Elk vasthouden levert alleen maar kramp in je handen op.

De oude theesalon op de eerste verdieping van het Ambassade Hotel. Ooit werden er schrijvers over hun laatste boek geïnterviewd, nu dineren en ontbijten er hotelgasten – zoals ik, vandaag. Ik kan me de trolley met thee en lekkernijen die naar binnen werd gereden herinneren, en de slinger van de staande staartklok die door iemand werd vastgehouden om het getik in tv-opnamen te voorkomen. De kroonluchter hangt er nog, stel ik tot mijn opluchting vast.

De mooiste ontmoeting die ik in de theesalon had was twintig jaar geleden met de Colombiaanse presidentskandidate Ingrid Betancourt, die een autobiografie had uitgebracht. Ik kan haar nog zien zitten op de fluwelen bank bij de hoge ramen, met haar breekbare gestalte, zachte uitstraling en ijzeren wil om een einde te maken aan de corruptie in haar land. Woede omschreef ze als haar voornaamste krachtbron. Lijfwachten stonden overal te posten, en toch verstijfde ze toen er ergens met een klap een deur dichtviel.

Drie dagen na ons gesprek werd ze uit de auto gesleurd en ontvoerd door de Farc. Zes jaar bracht ze in de Colombiaanse jungle door. In die jaren kon ik niet langs het hotel fietsen zonder haar voor even me te zien. Zou ze nog leven? Zou haar vechtlust nog intact zijn?

Betancourt ontsnapte uit de handen van haar bewakers, maakte een helse tocht door de jungle en herenigde zich met haar gezin. Nadat ze een boek had geschreven over haar ontvoering, trof ik haar weer, op dezelfde bank. De combinatie van zachtheid en strijdbaarheid die ze uitstraalde was gebleven, maar ditmaal doorleefd. Opnieuw verworven. Ze had haar bewakers leren begrijpen, vertelde ze, niet omdat ze het met hen eens was, maar omdat ze zich bewust was geworden van de complexiteit van het mens-zijn. “Ik zag mededogen in een nieuw licht,” zei ze, “als een essentiële waarde.” Het bleek niet langer de woede, maar de compassie te zijn die haar op de been hield.

Alles valt uiteen, krijgt opnieuw vorm. En valt dan weer uiteen.

Bekijk hier de column op de website van Het Parool.

Of klik hier om terug te gaan naar de overzichtspagina ‘Schrijvershotel’.

Wilt u ook verblijven in het schrijvershotel?
Geniet van een unieke ervaring in het Ambassade Hotel met deze speciale arrangementen of kom de bibliotheek bewonderen na een bezoekje aan ons zonnige terras aan de Herengracht!