Adriaan van Dis
Wat is een schrijvershotel zonder schrijvers? Een pen zonder inkt? Gedurende zes maanden wordt er wekelijks een auteur uitgenodigd voor een verblijf in het Ambassade Hotel en beschrijft daar hoe het schrijverschap in deze tijd voor hem of haar is. Het Parool publiceert de columns wekelijks.
Vertroeteld in de kortste nacht, gewekt door vogels aan de gracht… Rijm dat mij aanvloeide in Hotel Ambassade na een intense verkenning van de minibar: Cognac, Johnny Walker… ja, dan spelen de muzen op. En de herinneringen: hoeveel schrijvers hebben Ellen Jens en ik hier de laatste veertig jaar wel niet bezocht? Gasten die waren uitgenodigd voor het VPRO-boekenprogramma Hier is… Maya Angelou, Roald Dahl, Elfriede Jelinek, Martin Amis, David Grossman, Annie Cohen-Solal, Hilary Mantel… Hun boeken staan gesigneerd in de bibliotheek van het hotel, hun handtekeningen in de gastenboeken: See you next book, schreef Amos Oz.
Voorgesprekken hielden wij nooit (hét recept voor saaiheid) we maakten kennis en dronken een glaasje of slurpten een oester mee met Umberto Eco, die schotel na schotel liet aanrukken. En nu was ik zelf te gast en sliep ik op loopafstand van mijn huis. De reiziger in mij zou graag in een hotel willen wonen: elke dag schone lakens, ontbijt op bed, veel personeel en troost van de minibar. Vladimir Nabokov betrok een suite in Le Montreux Palace, Arthur Miller en Patti Smith schreven in het Chelsea in New York en Oscar Wilde stierf in Hotel d’Alsace te Parijs – geplaagd door lelijk behang: My wallpaper and I are fighting a duel to the death. One or the other of us has to go.
In vele landen wonen en nergens thuis zijn – het is nog altijd mijn ideaal. Ooit dreigde het bijna te lukken, toen ik voor de zoveelste keer bleef zitten en vooral weg uit huis wou. De Hogere Hotelschool in Den Haag leek me een mooie ontsnapping. ‘Op één voorwaarde,’ zei mijn moeder, ‘eerst hotelervaring opdoen om te kijken of het bevalt.’ Ik koos voor het deftigste en duurste: Kasteel de Hooge Vuursche te Baarn. Logeerhuis voor koninklijke gasten en omroepsterren. Maar oud-minister-president Willem Drees werd daar tijdens zijn vakantie niet herkend en bediend omdat fietsers niet welkom waren. Ik volgde er de opleiding tot kelner. Loon: 27 gulden per week. Een wit kort jasje werd mij aangemeten, met gouden epauletten. Het was één grote inwijding: perziken in Grand Marnier flamberen, tong met een lepel fileren, wijnen ontkurken. Thuis dronken wij een keer per jaar met kerst een fles bisschopswijn (en riep mijn moeder na één glas: ‘o jee, ik ben teut’) nu zag ik voor het eerst van mijn leven zwaar beschonken mannen in smoking en dames in decolleté.
Na het behalen van het getuigschrift ambulant kelner A deed ik toelatingsexamen voor de Hotelschool te Den Haag. Gezakt. ‘Adriaan is meer een jongen voor de praktijk.’ Te dom dus. Uit armoe heb ik toen maar mijn school afgemaakt en ben ik veel gaan lezen. In een boek logeer je uiteindelijk het beste.
Bekijk hier de column op de website van Het Parool.
Of klik hier om terug te gaan naar de overzichtspagina ‘Schrijvershotel’.
Wilt u ook verblijven in het schrijvershotel?
Geniet van een unieke ervaring in het Ambassade Hotel met deze speciale arrangementen of kom de bibliotheek bewonderen na een bezoekje aan ons zonnige terras aan de Herengracht!