Maartje Wortel

Schrijvershotel Maartje Wortel

Wat is een schrijvershotel zonder schrijvers? Een pen zonder inkt? Gedurende zes maanden wordt er wekelijks een auteur uitgenodigd voor een verblijf in het Ambassade Hotel en beschrijft daar hoe het schrijverschap in deze tijd voor hem of haar is. Het Parool publiceert de columns wekelijks.

Een schrijvende vriend van mij vertelde dat hij, als hij een opdracht aangeboden krijgt, zich afvraagt of er twee van de drie p’s afgevinkt kunnen worden. Sorry? vroeg ik. Ik hou van taal en van afzonderlijke letters en ook best van dada, maar toch begreep ik in deze tijden van onzekerheid graag waar hij het over had.

Ken je dat principe niet? vroeg hij. Ik schudde mijn hoofd van niet. Meteen was daar het schuldgevoel ten opzichte van alles in de wereld wat ik nog niet weet. Om maar te zwijgen over alles wat ik überhaupt nooit te weten zal komen. Van de drie p’s heb ik niet eerder gehoord, zei ik zacht.

De vriend tikte met zijn ene wijsvinger op zijn andere om zijn p’s kracht bij te zetten. Plezier, ­prestige en poen. Hij zei dat aan twee van deze ‘eisen’ voldaan moest worden voordat hij ja zei tegen een opdrachtgever. Anders heb je er niets aan, zei hij.

Ik keek hem met grote ogen aan. Ikzelf zeg altijd gewoon ja. Tegen alles. Clarice Lispector schreef: ‘Alles op de wereld begon met een ja.’ En zo is het. Soms vergeet ik dat dingen niet hoeven te beginnen. Niet alles wat kan hoeft. Al weet ik niet of dit een goed moment is om de geschiedenisboeken in te gaan als het moment waarop ik besefte dat ik een paar p’s kon eisen. Dat privilege kan inmiddels bijna niemand zich meer veroorloven. Of je moet de Grand Prix in Zandvoort organiseren, in dat geval mag je anderen vragen voor minder dan één p op te komen draven. Als je zelf maar genoeg plezier, prestige en poen hebt… Maar goed, over die Grand Prix is nu wel genoeg gezegd.

De vriend en ik dronken een beker koffie op zijn balkon. Zelf heb ik dat met meisjes, zei ik. Nu was hij degene die mij vragend aankeek. Ik vertelde hem dat ik jarenlang drie k’s in mijn hoofd had als ik iemand leuk vond. Kaas, kamperen en katten.

De vriend keek me ongelovig aan. Echt, zei ik. Al heb ik die gouden driehoek momenteel min of meer uit noodzaak losgelaten. Dus nu zit je met hotels, honden en hompen vlees, vroeg hij? Zoiets, zei ik. Ik vertelde hem dat ik en mijn geliefde uitgenodigd waren om te komen overnachten in het Ambassade Hotel. Dat we daar net een uur waren toen de telefoon ging. Ik wist niet dat er telefoons af konden gaan in het hotel, zei ik.

Wie was het? vroeg hij. Ik zei dat dat er niet toe deed, maar dat ik zo geschrokken was van die telefoon die in die kamer afging dat ik besefte dat ik iemand was die eigenlijk overal ja op had gezegd vanwege enkel het plezier.

Jaloersmakend, zei de vriend. Ik keek naar zijn kat die op de rand van het balkon balanceerde. Ja, zei ik.

Bekijk hier de column op de website van Het Parool.

Of klik hier om terug te gaan naar de overzichtspagina ‘Schrijvershotel’.

Wilt u ook verblijven in het schrijvershotel?
Geniet van een unieke ervaring in het Ambassade Hotel met deze speciale arrangementen of kom de bibliotheek bewonderen na een bezoekje aan ons zonnige terras aan de Herengracht!