Marjolijn de Cocq

Na de boekpresentatie van de Nederlandse editie van de gebundelde Schrijvershotel-columns schreef journaliste Marjolijn de Cocq (de boekcoördinator van Het Parool) een extra column. Hieronder kunt u haar column lezen.

De Parool Schrijvershotelcolumns zijn gebundeld in een prachtig boekje: ‘In een boek logeer je uiteindelijk het beste, zesentwintig verhalen uit het schrijvershotel’ is een uitgave van uitgeverij Samsara Books en niet te koop in de boekhandel.

EEN BUITENGEWONE VERZAMELING

Altijd die zucht van fotografen als er weer een schrijversinterview werd afgenomen in het schrijvershotel. Alle achtergronden en locaties hadden ze al gehad. De bibliotheek, de brasserie, de blauwe salon. Elke sofa en canapé. Elke steeg om de hoek, elke brug over de gracht. Wat nu weer te verzinnen?

Dat was zo toen ik meer dan twintig jaar geleden voor het eerst in het Ambassade Hotel kwam, dat was twee jaar geleden zo – en ik kan alleen maar hopen dat dat ooit weer zo zal zijn.

Mijn eerste interview in het schrijvershotel vond plaats om de hoek van de entree, in de lobby. Het was 1998, en Arnon Grunberg was de auteur van het Boekenweekgeschenk. Ik was jong, hij was nog jonger. Vorige week werd hem de P.C. Hooftprijs 2022 toegekend voor zijn ‘romanuniversum.’ Hij is nog steeds jonger.

Ik weet nu zijn favoriete kamernummer. Het werd me vorige week ingefluisterd door de bibliothecaris van het hotel die de circa 5500 gesigneerde boeken van schrijvende gasten beheert. Want ik was er weer even, mij viel de eer toe om er het eerste exemplaar van een bijzondere bundel in ontvangst te nemen.

De boekwinkels waren gesloten tijdens de winterlockdown begin dit jaar. Schrijvers hadden geen tournees meer, geen lezingen, signeersessies, prijsuitreikingen. Laat staan een boekenbal. En het schrijvershotel was zonder schrijvers niet langer een schrijvershotel, toen het stil werd en nog langer stil bleef.

Zo ontstond binnen de muren van het Ambassade Hotel een project met als werktitel: Schuilen in het schrijvershotel. Schrijvers werden uitgenodigd voor een verblijf, om er te schrijven over de invloed van deze verstilde tijd op hun schrijverschap. Er ontstonden unieke verhalen, die wekelijks hun weg naar Het Parool vonden als de column Schrijvershotel.

De presentatie van de gebundelde columns was in (heel) klein comité, met een (heel) klein aantal volgers online. Misschien, mijmerden we, kan dat grote feest dan straks toch, als het lente wordt… Mijn ogen gingen langs de ruggen in de bibliotheek, de titels brachten interviews van voorbije jaren weer voor de geest.

Als coördinator boeken voor Het Parool wist ik me ook dit jaar weer spekkoper. Ik reisde ongehinderd in boeken de wereld over. Daarom de woorden waarmee Adriaan van Dis zijn bijdrage besluit, tevens titel van dit zo liefdevol gemaakte boekje: ‘In een boek logeer je uiteindelijk het beste’.

Bekijk hier de column op de website van Het Parool.

Of klik hier om terug te gaan naar de overzichtspagina ‘Schrijvershotel’.

Wilt u ook verblijven in het schrijvershotel?
Geniet van een unieke ervaring in het Ambassade Hotel met deze speciale arrangementen of kom de bibliotheek bewonderen na een bezoekje aan Brasserie Ambassade!

Stine Jensen

Wat is een schrijvershotel zonder schrijvers? Een pen zonder inkt? Gedurende zes maanden wordt er wekelijks een auteur uitgenodigd voor een verblijf in het Ambassade Hotel en beschrijft daar hoe het schrijverschap in deze tijd voor hem of haar is. Het Parool publiceert de columns wekelijks.

Wat een feest! Wat een duik! Voor het eerst sinds lange tijd bezoek ik een toneelvoorstelling. Ik heb ernaar uitgezien, reikhalzend zelfs, want mijn lievelingsboek, The Hours (1998, vertaald als De uren) van Michael Cunningham, is vertoneeld. Het boek vervlecht drie vrouwenlevens, dat van Virginia Woolf eind jaren twintig in Londen, dat van Laura Brown in 1949 in Los Angeles, die in bed Mrs. Dalloway van Virginia Woolf leest, en dat van de New Yorkse uitgeefster Clarissa Vaughn, eind twintigste eeuw, die een feest organiseert voor haar vriend Richard. Hij noemt Clarissa ‘Mrs. Dalloway’ omdat ze dezelfde voornaam heeft als Woolfs Mrs. Dalloway. The Hours is een complexe, postmoderne roman vol verwijzingen. Ik vind het zo’n prachtboek, omdat het laat zien hoe drie vrouwen, geboren in een andere tijd, worstelen met dezelfde levensvragen: heb ik de juiste keuzes gemaakt in mijn leven? Waar gaat het om in het leven? Kun je als vrouw plezier putten uit ‘banale’ zaken zoals het bakken van taarten en het kopen van bloemen of wil je andere dingen, zoals boeken schrijven, dichten?

De uren op het toneel, dat is om nóg een reden een uitdagende opgave. Er is immers ook een prachtige verfilming van het boek, die veel mensen hebben gezien. De drie hoofdrolspelers, Nicole Kidman, Meryl Streep en Julianne Moore wonnen met zijn drieën de Gouden Beer voor de beste vrouwelijke actrice in Berlijn. Hoe kom je los van die beroemde film?

Maar er gebeurt iets magisch in deze voorstelling, onder regie van Eline Arbo. Al vanaf de eerste minuut pakt ze alle zintuigen. De acteurs staan op een draaiend platform, op zichzelf al een huzarenstukje, twee uur lang op een draaiend podium. Tijdens enkele spectaculaire momenten lopen de vrouwen gejaagd, geprikkeld of juist bruisend van energie door de stad, en wordt het draaitempo van het platform opgeschroefd. Wat een feest, wat een duik..!

De uren op toneel is fenomenaal, prachtig, eigen. Maar ik ben nog niet helemaal om, want zit mijn favoriete citaat er wel in? Ja, gelukkig. ‘Er is maar één vertroosten: een uur hier en daar waarin ons leven, tegen alle waarschijnlijkheid en verwachting in, lijkt open te barsten en ons alles geeft wat we ooit hebben gewild, hoewel iedereen behalve kinderen (en misschien zelfs zij) weet dat deze uren onvermijdelijk worden gevolgd door andere die veel zwaarder en moeilijker zijn. Niettemin houden we van de stad, van de ochtend; hopen we vooral op meer.’

Ik heb de schrijver ooit ontmoet trouwens. Michael Cunningham logeerde in het Ambassade Hotel – where else. Hij had veel vrouwelijke fans, en vertelde me dat hij verlangde naar de blik van mannen. Hij ging de stad in. Hij was klaar voor een duik.

Bekijk hier de column op de website van Het Parool.

Of klik hier om terug te gaan naar de overzichtspagina ‘Schrijvershotel’.

Wilt u ook verblijven in het schrijvershotel?
Geniet van een unieke ervaring in het Ambassade Hotel met deze speciale arrangementen of kom de bibliotheek bewonderen na een bezoekje aan Brasserie Ambassade!

Jeroen Thijssen

Schrijvershotel Ambassade Hotel Jeroen Thijssen

Wat is een schrijvershotel zonder schrijvers? Een pen zonder inkt? Gedurende zes maanden wordt er wekelijks een auteur uitgenodigd voor een verblijf in het Ambassade Hotel en beschrijft daar hoe het schrijverschap in deze tijd voor hem of haar is. Het Parool publiceert de columns wekelijks.

Aan de overkant van de Herengracht loopt een jonge vrouw met een zuurstokroze kapsel, een meestribbelend hondje aan de lijn. Het hondje is gekleed in een wit pakje. Met Elviskraag. Ferme ballen bungelen uit de hansop.

“Kom Katja,” roept de jonge vrouw.

Dat is een rare naam voor een reu. Misschien is het beestje in transitie. Zo is het grotestadsleven.

Veel honden hier worden gedragen door het baasje, waarschijnlijk gehandicapte dieren die niet meer kunnen lopen. In Parijs hebben honden hun eigen zwerver. Katten bewonen daar appartementen met hun privélakei. Zelfs de duiven kennen privileges, met luxe appartementen boven de daken en een dagelijkse catering op straat.

Maar het laatste jaar hadden de duiven het zwaar. De toeristen bleven weg, met dramatische resultaten: geen toeristen, geen duivencatering.

Dat is een businessmodel met manco’s.

Schrijvers hebben ook zo’n businessmodel. Ze schrijven eens een boek, ze verkopen daar een paar exemplaren van, ze lezen eruit voor. Veel geld brengt het niet op maar dat is bijzaak. Ze ontvangen aanzien en tevredenheid als psychologisch honorarium.

Maar dan legt een invasief virus de wereld plat. Boekhandels sluiten, bibliotheken gaan dicht, alle podia worden vergrendeld. Daarmee valt ook het psychologisch honorarium weg. En de inkomsten, hoe klein ook.

Daar zit je dan met je businessmodel. Dat kreeg al fikse klappen van het eerste kabinet-Rutte. Halbe de Sloper, later beter bekend als Halbe de Leugenaar, zijn naam worde betandenknarst.

Erger dan de bezuinigingen was het dedain. “Kunst is een hobby,” zei minister Wiebes, inmiddels ook al vertrokken. De overheid moet geen geld beschikbaar stellen voor hobby’s, iedereen moet zijn eigen broek ophouden.

Zijne excellentie klonk wel vaker als het galmgat van de VVD.

Dat galmgat vergat voor het gemak dat diezelfde overheid andere hobby’s wél subsidieert. Olympische zwemmers, turners, keirinrijders, ze krijgen allemaal een inkomen van het gouvernement, zo overvloedig dat ze er een hypotheek van kunnen nemen.

Kom daar eens om bij kunstenaars. Die krijgen een trap na, met hun ‘hobby’s’. Zelfs de koning houdt meer van sport dan van lezen.

En dan komt er ook nog zo’n f***ing pandemie overheen. Boekverkoop weg, optredens weg, enfin, zie boven. Het al aangetaste aanzien volledig in het putje verdwenen, samen met de tevredenheid en ook de minimaalste inkomsten.

Het hondje aan de overkant doet nu dingen waar mensen een toilet voor gebruiken. Het baasje spiedt om zich heen en loopt snel door als ze zich onbespied waant, het hondje achter haar aan.

bibliotheken gaan dicht, alle podia worden vergrendeld. Daarmee valt ook het psychologisch honorarium weg. En de inkomsten, hoe klein ook.

Daar zit je dan met je businessmodel. Dat kreeg al fikse klappen van het eerste kabinet-Rutte. Halbe de Sloper, later beter bekend als Halbe de Leugenaar, zijn naam worde betandenknarst.

Erger dan de bezuinigingen was het dedain. “Kunst is een hobby,” zei minister Wiebes, inmiddels ook al vertrokken. De overheid moet geen geld beschikbaar stellen voor hobby’s, iedereen moet zijn eigen broek ophouden.

Zijne excellentie klonk wel vaker als het galmgat van de VVD.

Dat galmgat vergat voor het gemak dat diezelfde overheid andere hobby’s wél subsidieert. Olympische zwemmers, turners, keirinrijders, ze krijgen allemaal een inkomen van het gouvernement, zo overvloedig dat ze er een hypotheek van kunnen nemen.

Kom daar eens om bij kunstenaars. Die krijgen een trap na, met hun ‘hobby’s’. Zelfs de koning houdt meer van sport dan van lezen.

En dan komt er ook nog zo’n f***ing pandemie overheen. Boekverkoop weg, optredens weg, enfin, zie boven. Het al aangetaste aanzien volledig in het putje verdwenen, samen met de tevredenheid en ook de minimaalste inkomsten.

Het hondje aan de overkant doet nu dingen waar mensen een toilet voor gebruiken. Het baasje spiedt om zich heen en loopt snel door als ze zich onbespied waant, het hondje achter haar aan.

De eenzame schrijver op het Ambassadeterras, overkant Herengracht, gaat naar zijn luxueuze kamer, waar hij zomaar twee nachten mag verblijven. Om niet. Omdat hij schrijver is en zijn hobby meer is dan tijdverdrijf, maar betekenis heeft. Gelukkig zijn er nog plekken waar ze dat beseffen.

Bekijk hier de column op de website van Het Parool.

Of klik hier om terug te gaan naar de overzichtspagina ‘Schrijvershotel’.

Wilt u ook verblijven in het schrijvershotel?
Geniet van een unieke ervaring in het Ambassade Hotel met deze speciale arrangementen of kom de bibliotheek bewonderen na een bezoekje aan Brasserie Ambassade!

Abdelkader Benali

Wat is een schrijvershotel zonder schrijvers? Een pen zonder inkt? Gedurende zes maanden wordt er wekelijks een auteur uitgenodigd voor een verblijf in het Ambassade Hotel en beschrijft daar hoe het schrijverschap in deze tijd voor hem of haar is. Het Parool publiceert de columns wekelijks.

Keurige Tenen

De eerste keer dat ik in het Ambassade Hotel kwam, was met de Indiase schrijver Kiran Desai. Ze was de dochter van de beroemde schrijver Anita Desai, van wie de boeken wereldwijd werden uitgegeven. Het talent bleek overerfbaar, want het debuut van haar dochter kwam uit bij mijn uitgeverij Vassallucci. Ik was gevraagd of ik in de Bijenkorf met haar in gesprek wilde gaan. Prima!

We ontmoetten elkaar in de Bijenkorf, tot mijn grote verrassing droeg Kiran Desai een Indiase sari en bijpassende sandalen. Ze had keurige tenen. Ik voelde me verschrikkelijk underdressed. Werd van mij verwacht dat ik in een Marokkaanse djellaba zou komen?

Het gesprek verliep vlot, Kiran Desai gaf overal mooi antwoord op zoals Engelstalige auteurs dat kunnen – ik vermoed dat alleen schrijvers die in volzinnen spreken in aanmerking komen voor vertalingen. Daarna liepen we naar het Ambassade Hotel, waar ze overnachtte. Terwijl ze over de grachtengordel schreed, schoten mijn ogen naar haar tenen. Hadden die het niet koud?

In het Ambassade Hotel was het warm. Nadat ze haar roman had gesigneerd werd die in de kast bijgezet. Mijn uitgever Oscar van Gelderen vertelde dat alle bezoekende schrijvers in dit hotel neerstreken. Het was een schrijvershotel. Later zou een buitenlandse schrijver me vertellen dat Amsterdam de beste stad is om aan te komen en weer te vertrekken. Intuïtief begreep ik wat hij bedoelde. De stad is klein, overzichtelijk en vrij van geest. En wanneer je weggaat dan weet je dat je bij terugkeer alles weer zult aantreffen zoals je het hebt achtergelaten.

Toen was het mijn beurt om mijn roman te signeren voor de collectie. Door toegevoegd te worden aan het alsmaar groter wordende arsenaal van romans was ik ook toegetreden tot de auteurs die een werk hadden afgestaan aan het hotel. Inmiddels moet het hotel de grootste collectie gesigneerde boeken in de wereld hebben. Niet veel later overnachtte ik in het hotel. De uitgeverij bood me het aan omdat ik de volgende dag in gesprek zou gaan met een bezoekende auteur. De receptionist die me naar mijn kamer bracht, vertelde dat in mijn kamer Cees Nooteboom ook overnachtte. Ik hoopte niet dat ons verblijf zou samenvallen. De kamer was leeg. Cees Nooteboom was elders.

De volgende ochtend zat ik aan het ontbijt. Ik bootste zo goed mogelijk na wat ik thuis ook deed. Ik eet een sneetje pindakaas, een sneetje kaas en een sneetje jam. Soms nog een sneetje Nutella. Dit ochtendritueel heb ik al meer dan 25 jaar. Ik drink twee koppen koffie, soms meer. Muesli, fruit en omelet: het ziet er verleidelijk uit, maar ik sla het af omdat ik mijn ritueel niet op kan geven. Alleen slapen gaat me goed af, alleen ontbijten in een hotel gaat me minder goed af.

De laatste keer dat ik in het Ambassade Hotel overnachtte, zat ik naast een Duits stel met twee kinderen. De kinderen hadden reuzentrek. Ze bestelden crêpes en eieren alsof er geen morgen was. Eetlust waarvoor je wilt applaudisseren.

In 2006 won Kiran Desai de prestigieuze Booker Prize voor haar tweede roman. Sindsdien heeft ze geen boeken meer gepubliceerd. Ik denk nog weleens aan haar tenen. Keurige tenen.

Bekijk hier de column op de website van Het Parool.

Of klik hier om terug te gaan naar de overzichtspagina ‘Schrijvershotel’.

Wilt u ook verblijven in het schrijvershotel?
Geniet van een unieke ervaring in het Ambassade Hotel met deze speciale arrangementen of kom de bibliotheek bewonderen na een bezoekje aan Brasserie Ambassade!

Special Offers Hotel Amsterdam

Roxane van Iperen

Wat is een schrijvershotel zonder schrijvers? Een pen zonder inkt? Gedurende zes maanden wordt er wekelijks een auteur uitgenodigd voor een verblijf in het Ambassade Hotel en beschrijft daar hoe het schrijverschap in deze tijd voor hem of haar is. Het Parool publiceert de columns wekelijks.

Het mooiste kind van de wereld werd zestien jaar geleden geboren in Amsterdam. Het was de maand september en de stad toonde zich, in afwachting van haar komst, op haar paasbest. De nervositeit van de zomer was vervlogen maar een deken van warmte bleef achter. Instagram bestond nog niet, anders waren er talloze foto’s en filmpjes de wereld overgegaan van grachten die deinden in roségoud licht en fietsers in hemdsmouwen.

Met mijn billen in het gras en de blik naar binnen gekeerd deelde ik mijn ongeduld met de bomen van het Sarphatipark. Als een lavalamp wisselden ze iedere dag van kleur terwijl we samen aftelden, klaar om los te laten. Op de tweede dinsdag van de maand, toen de kranten schreven dat rijke en arme landen ruziemaakten over het afschaffen van handelsverstorende landbouwsubsidies en Ebay een bedrag van 2,6 miljard dollar neerlegde voor de overname van Skype, werd het mooiste kind van de wereld geboren in een kraamkamer van het VU Ziekenhuis aan De Boelelaan 1117. Alle collega’s van mijn vriend, die op de afdeling gynaecologie werkte, liepen uit om haar te bewonderen. Mijn knieën zaten nog naast mijn oren, maar ze bedoelden het goed en ik besefte dat decorum het minste was wat ik vanaf dat moment te verliezen had.

Het mooiste kind van de wereld is zestien geworden en loopt op een prachtige herfstdag met haar vriendinnen over de gracht. Op haar verjaardag is het altijd warm, hoewel je ooggetuigen nooit moet vertrouwen. Ik zit aan de overkant, op het terras van het Ambassade Hotel, en staar ze na. Schonkige lichamen als veulens, een kinderlijke motoriek waarvan ik weet dat die tussen de etalageramen van de Wolven- en de Berenstraat wordt bijgesteld naar ingehouden zelfbewustzijn. In de kelder van de Episode zullen ze schijnbaar verveeld door de rekken strijken en hun salaris uitgeven aan iets wat sinds 1998 in mijn kast ligt te versloffen.

’s Avonds kijken we op haar bed een aflevering van Sex Education, waarin een klas pubers met weltschmerz in een schoolbus naar Frankrijk reist op de klanken van La ballade des gens heureux. Een lerares probeert een jongen die net een dikke onvoldoende heeft gekregen moed in te praten. “Iedereen is ergens goed in, je moet alleen uitvinden wát.” “Ik ben goed in Gandalf uit Lord of the Rings nadoen,” antwoordt hij. Het besef daalt in dat het een illusie is, wat hem al die tijd door volwassenen is voorgehouden. Dat alles mogelijk is en de wereld op hem wacht.

Ik kijk naar mijn dochter in haar derdehandstrui die ze draagt met de allure van een filmster, en weet maar een ding zeker. Zolang ik de wereld ben, zal het waar zijn.

Bekijk hier de column op de website van Het Parool.

Of klik hier om terug te gaan naar de overzichtspagina ‘Schrijvershotel’.

Wilt u ook verblijven in het schrijvershotel?
Geniet van een unieke ervaring in het Ambassade Hotel met deze speciale arrangementen of kom de bibliotheek bewonderen na een bezoekje aan Brasserie Ambassade!

Ian Buruma

Wat is een schrijvershotel zonder schrijvers? Een pen zonder inkt? Gedurende zes maanden wordt er wekelijks een auteur uitgenodigd voor een verblijf in het Ambassade Hotel en beschrijft daar hoe het schrijverschap in deze tijd voor hem of haar is. Het Parool publiceert de columns wekelijks.

Het is een schande dat ik het zeg, maar ik voel nu al een beetje weemoed naar het vroege coronatijdperk: de lege vlieg­tuigen, nooit wachten op je bagage, een prachtige oude binnenstad zonder toeristen, en heerlijke dagen en nachten in het Ambassade Hotel. Het is een schande omdat miljoenen zijn gestorven aan de epidemie. En het is een schande omdat mijn gevoel te maken heeft met enorme privileges: redelijke gezondheid, betrekkelijke welvaart, en schrijverschap.

De coronatijd was gunstig voor het maken van een boek. Je had alle tijd om te lezen en te schrijven. De klussen waar je ja op zegt, uit lamlendigheid, geldzucht, of ijdelheid, de congressen en dergelijke dingen, waren van de baan.

Sommige mensen in mijn directe omgeving zeiden dat het was alsof de tijd stilstond, of dat hun gevoel van tijd was verlamd. Dit is natuurlijk een illusie. De tijd staat nooit stil. Ook tijdens een epidemie draait de wereld gewoon door. Maar de epidemie neemt een andere illusie weg, het idee namelijk dat je tijd kunt beheersen, of anders gezegd, controle hebt over je bestaan.

We zijn ook onder ‘normale’ omstandigheden speelballen van het lot, maar dat proberen we liever te vergeten. Door een reeks dagelijkse, vaak onbewuste rituelen geven we onszelf het gevoel dat we ons lot – en onze tijd – enigszins in de hand hebben. De onvoorspelbaarheid van het lot tijdens een epidemie maakt dit een stuk lastiger.

Daar worden mensen angstig van. Daar komen neuroses van. Een bevriende psychiater in New York vertelde mij dat hij nooit eerder zoveel patiënten heeft gehad, en we zijn nog lang niet aan het einde.

Mensen doen van alles om het gevoel terug te krijgen dat zij vat hebben op hun leven. Sommigen doen dit door zich te verbergen, door als het ware onder te duiken in hun eigen woning. Anderen zoeken hun heil in samenzweringstheorieën. Als alles te verklaren is door een complot van Bill Gates, dan kunnen we het leven weer een beetje beter aan.

Schrijvers doen dit eigenlijk al van nature. Romans zijn een soort samenzweringstheorieën: wispelturig menselijk gedrag wordt gepast in de nieuwe orde van de literaire verbeelding. Maar ook non-fictie is een manier om orde te scheppen in de chaos van de wereld om ons heen, en de wanorde van ons private bestaan.

Ik vond het heerlijk om tijdens de epidemie de werkelijkheid te ontvluchten in de imaginaire verbeelding van Franse schrijvers in de 19de eeuw, of Japanners in de vroege 20ste eeuw. Ik vond het ook heerlijk om op mijn eigen laptop orde te scheppen in woorden om de willekeurigheid van het lot even te bezweren.

Maar aan alles moet een einde komen. Ik hoop dat de epidemie snel tot de verleden tijd zal horen. Het is nu mooi geweest. Niet in het minst omdat ik eigenlijk wel weer zin heb in die klussen waar ik uit lamlendigheid, geldzucht, of ijdelheid meestal ja op zeg.

Bekijk hier de column op de website van Het Parool.

Of klik hier om terug te gaan naar de overzichtspagina ‘Schrijvershotel’.

Wilt u ook verblijven in het schrijvershotel?
Geniet van een unieke ervaring in het Ambassade Hotel met deze speciale arrangementen of kom de bibliotheek bewonderen na een bezoekje aan ons terras aan de Herengracht!

Ronald Giphart

Wat is een schrijvershotel zonder schrijvers? Een pen zonder inkt? Gedurende zes maanden wordt er wekelijks een auteur uitgenodigd voor een verblijf in het Ambassade Hotel en beschrijft daar hoe het schrijverschap in deze tijd voor hem of haar is. Het Parool publiceert de columns wekelijks.

Bekijk hier de column op de website van Het Parool.

Of klik hier om terug te gaan naar de overzichtspagina ‘Schrijvershotel’.

Wilt u ook verblijven in het schrijvershotel?
Geniet van een unieke ervaring in het Ambassade Hotel met deze speciale arrangementen of kom de bibliotheek bewonderen na een bezoekje aan ons terras aan de Herengracht!

Jan Mulder

Wat is een schrijvershotel zonder schrijvers? Een pen zonder inkt? Gedurende zes maanden wordt er wekelijks een auteur uitgenodigd voor een verblijf in het Ambassade Hotel en beschrijft daar hoe het schrijverschap in deze tijd voor hem of haar is. Het Parool publiceert de columns wekelijks.

Een mooi oud pand, gelegen aan een gracht. Prettige entree en dan loop je verhalen binnen. Hier zijn anekdotes geboren, beroemde roddels verspreid, ruzies en verzoeningen geschreven. ­­

Ik ga met de lift naar de eerste verdieping. Een gang. Mijn kamer is op het einde van die gang. Ik kom er niet doorheen, hoewel dat fysiek mogelijk moet zijn: ik ben nog goed ter been en de ruimte tussen de muren is ruim een meter, waar ik zelf in de breedte een centimeter of zestig meet.

Halverwege willen de benen niet meer vooruit: mijn ogen blijven achter een schilderij haken. Aan beide muren hangen werken van de kunstenaar Theo Wolvecamp. Tientallen jaren heb ik ze nu al zien hangen en niet één keer ben ik ze voorbijgelopen zonder in vervoering te raken. Een beeldschone onbekende vrouw die me door een kier van de deur naar haar kamer lokt, de vermoeidheid na de harde arbeid die me overmant, een Amerikaans echtpaar dat de weg naar het Rijksmuseum vraagt: ik wil misschien wel, maar het ontgaat me allemaal, ik ben verdwenen in beschilderd pakpapier.

Wat veel eigenaren niet weten, is de waarde van kunst voor de aantrekkingskracht van hun hotel. Wat je er over het algemeen aantreft, zie je ook wel in de wachtkamer van de tandarts. Goede schilderijen geven het hotel allure, ahum, identiteit. Fijne bijkomstigheid van een kunsthotel zijn de schrijvers, die zich er graag laten interviewen. Zij hebben smaak en voelen zich thuis in het kunsthotel.

Het predicaat schrijvershotel spreekt meer tot de verbeelding dan kunsthotel. Om onnaspeurbare redenen is mijn kunsthotel zelf ook meer gesteld op schrijvers (fijnzinnige types) dan op schilders (ruwe binken) met hun wulpse aanhang. Meestal krijg je de twee voor één prijs. Is er sprake van goede kunst aan de muur, staan er schrijvers in het gastenboek. Hun gesigneerde werken kunnen we in de bibliotheek annex bar lezen. De barkeeper zou een mooi boek over het eeuwig komende en vertrekkende kunstvolk kunnen schrijven, hij deed dat nog niet.

Tot slot zou ik een anekdote aan mijn hotel willen toevoegen. Enkele jaren geleden, ik was aan het inchecken, sleurde een jongeman twee zware koffers uit de lift. Ik kende hem van zijn politieke commentaren in het televisieprogramma De Wereld Draait Door. “Hé, Sywert.” Om wat bij te verdienen, werkte hij in het schrijvershotel als manusje-van-alles. Achter Sywert stonden de gasten die naar Schiphol moesten, hij groette me snel, en met zijn laatste krachten tilde hij hun koffers in de achterbak van de taxi, haastte zich daarna naar een enorme zak met vuil beddengoed. Ik bewonderde hem.

Bekijk hier de column op de website van Het Parool.

Of klik hier om terug te gaan naar de overzichtspagina ‘Schrijvershotel’.

Wilt u ook verblijven in het schrijvershotel?
Geniet van een unieke ervaring in het Ambassade Hotel met deze speciale arrangementen of kom de bibliotheek bewonderen na een bezoekje aan ons terras aan de Herengracht!

Pieter Waterdrinker

Schrijvershotel Pieter Waterdrinker

Wat is een schrijvershotel zonder schrijvers? Een pen zonder inkt? Gedurende zes maanden wordt er wekelijks een auteur uitgenodigd voor een verblijf in het Ambassade Hotel en beschrijft daar hoe het schrijverschap in deze tijd voor hem of haar is. Het Parool publiceert de columns wekelijks.

Aan een tafel bij het raam twee heren van halverwege de zestig. Ze prijzen het uitzicht en de wijn. Het uitzicht: de gracht, de iepen, de huizen aan de overkant. De wijn: Apostelhoeve Cuvée XII uit 2019. Ze bestuderen het etiket langdurig. Zo’n mooie beendroge wijn van eigen bodem, het houdt niet op ze te verbazen.

Ze kennen veel dezelfde mensen, de olie van de conversatie. Wat een aangenaam gespreksonderwerp is de bekende die faalde in zijn beroep en zijn huwelijk, wat voelt hun deernis over zijn mislukking warm en goed. “Hij heeft natuurlijk ook de pech dat zijn ouders zo oud worden,” zegt de een. De ander beaamt dat. “Als er nou eens eentje zou overlijden, dan valt er ook een keer iets zijn kant op, hè.”

Zelf baden ze in het comfort van goede investeringen. Ook het huwelijk rekenen ze daartoe: een investering die zich heeft uitbetaald in kinderen en kleinkinderen. Niet alles pakte even goed uit, neem het appartement in Bangkok. De man zucht. “Je spreekt de taal niet, de jetlag wordt steeds zwaarder, helemaal als je van west naar oost reist.”

Ze hebben het verkocht en er in Dubai iets voor teruggekocht. Van noord naar zuid is beter. “Daar is het nu 24 graden, en je betaalt geen cent loonbelasting of inkomstenbelasting. Ideaal.”

De ander kocht het Amsterdamse appartement voor zijn zoon voor 350.000 euro en verkocht het onlangs voor een half miljoen. Je bent een dief van je eigen portemonnee als je het niet doet.

Twee mannen, uitbollend in de herfst van hun leven. Ze hebben het beste eruit gehaald, er zal nooit meer een generatie zijn die het beter heeft. Het geluk was hun verdienste, het ongeluk domme pech. Hoe ze de wereld achterlaten is hun zorg niet. ‘Heer, geef me het vertrouwen van een middelmatige witte man’, verzuchtte een Canadese schrijfster een paar jaar terug op Twitter. Een zin die vleugels kreeg;

ook vandaag staat hij in onzichtbare inkt geschreven boven een tafel aan het raam van het hotel-restaurant.

“Mooie stad zo, hè?” zeggen ze tegen elkaar, de ogen op de Herengracht.

Ja, een mooie stad, beaam ik in stilte. Maar zo onvast, sinds deze week de kranten vol staan met de uitkomsten van het grote klimaatrapport. Sindsdien kruipt het water over de rand van de kades, de trottoirs, de trappen naar de grachtenhuizen. Deze kamers, alles wat we maakten. Dit hotel, waar het al tot aan de eerste verdieping staat. Komt de vloed dan klotst het tegen het plafond. In bed, de zee rond de beddenpoten, sla ik het hotelbijbeltje open. Mensen – hun dagen zijn als het gras, zij bloeien als bloemen in het open veld; dan waait de wind, en ze zijn verdwenen, en niemand weet waar ze hebben gestaan.

Bekijk hier de column op de website van Het Parool.

Of klik hier om terug te gaan naar de overzichtspagina ‘Schrijvershotel’.

Wilt u ook verblijven in het schrijvershotel?
Geniet van een unieke ervaring in het Ambassade Hotel met deze speciale arrangementen of kom de bibliotheek bewonderen na een bezoekje aan ons zonnige terras aan de Herengracht!

Tommy Wieringa Schrijvershotel Ambassade Hotel

Tommy Wieringa

Tommy Wieringa Schrijvershotel Ambassade Hotel

Wat is een schrijvershotel zonder schrijvers? Een pen zonder inkt? Gedurende zes maanden wordt er wekelijks een auteur uitgenodigd voor een verblijf in het Ambassade Hotel en beschrijft daar hoe het schrijverschap in deze tijd voor hem of haar is. Het Parool publiceert de columns wekelijks.

Aan een tafel bij het raam twee heren van halverwege de zestig. Ze prijzen het uitzicht en de wijn. Het uitzicht: de gracht, de iepen, de huizen aan de overkant. De wijn: Apostelhoeve Cuvée XII uit 2019. Ze bestuderen het etiket langdurig. Zo’n mooie beendroge wijn van eigen bodem, het houdt niet op ze te verbazen.

Ze kennen veel dezelfde mensen, de olie van de conversatie. Wat een aangenaam gespreksonderwerp is de bekende die faalde in zijn beroep en zijn huwelijk, wat voelt hun deernis over zijn mislukking warm en goed. “Hij heeft natuurlijk ook de pech dat zijn ouders zo oud worden,” zegt de een. De ander beaamt dat. “Als er nou eens eentje zou overlijden, dan valt er ook een keer iets zijn kant op, hè.”

Zelf baden ze in het comfort van goede investeringen. Ook het huwelijk rekenen ze daartoe: een investering die zich heeft uitbetaald in kinderen en kleinkinderen. Niet alles pakte even goed uit, neem het appartement in Bangkok. De man zucht. “Je spreekt de taal niet, de jetlag wordt steeds zwaarder, helemaal als je van west naar oost reist.”

Ze hebben het verkocht en er in Dubai iets voor teruggekocht. Van noord naar zuid is beter. “Daar is het nu 24 graden, en je betaalt geen cent loonbelasting of inkomstenbelasting. Ideaal.”

De ander kocht het Amsterdamse appartement voor zijn zoon voor 350.000 euro en verkocht het onlangs voor een half miljoen. Je bent een dief van je eigen portemonnee als je het niet doet.

Twee mannen, uitbollend in de herfst van hun leven. Ze hebben het beste eruit gehaald, er zal nooit meer een generatie zijn die het beter heeft. Het geluk was hun verdienste, het ongeluk domme pech. Hoe ze de wereld achterlaten is hun zorg niet. ‘Heer, geef me het vertrouwen van een middelmatige witte man’, verzuchtte een Canadese schrijfster een paar jaar terug op Twitter. Een zin die vleugels kreeg;

ook vandaag staat hij in onzichtbare inkt geschreven boven een tafel aan het raam van het hotel-restaurant.

“Mooie stad zo, hè?” zeggen ze tegen elkaar, de ogen op de Herengracht.

Ja, een mooie stad, beaam ik in stilte. Maar zo onvast, sinds deze week de kranten vol staan met de uitkomsten van het grote klimaatrapport. Sindsdien kruipt het water over de rand van de kades, de trottoirs, de trappen naar de grachtenhuizen. Deze kamers, alles wat we maakten. Dit hotel, waar het al tot aan de eerste verdieping staat. Komt de vloed dan klotst het tegen het plafond. In bed, de zee rond de beddenpoten, sla ik het hotelbijbeltje open. Mensen – hun dagen zijn als het gras, zij bloeien als bloemen in het open veld; dan waait de wind, en ze zijn verdwenen, en niemand weet waar ze hebben gestaan.

Bekijk hier de column op de website van Het Parool.

Of klik hier om terug te gaan naar de overzichtspagina ‘Schrijvershotel’.

Wilt u ook verblijven in het schrijvershotel?
Geniet van een unieke ervaring in het Ambassade Hotel met deze speciale arrangementen of kom de bibliotheek bewonderen na een bezoekje aan ons zonnige terras aan de Herengracht!